Samenhangende Aanpak Natuurherstel en Economie (SANE) 2.0

Koeien weiland26 november 2025

Zuid-Holland zet met SANE 2.0 een stevige koers uit richting natuurherstel en daardoor ontstaat hopelijk ruimte voor vergunningverlening voor economische ontwikkeling. Ruimte voor woningbouw, infrastructuur en (boeren)bedrijven en ook voor projecten die bijdragen aan de duurzame transities.

Natuurorganisaties, vertegenwoordigers van bouwers en het bedrijfsleven en een deel van de landbouwsector zijn voorzichtig positief. Maar er blijven ook zorgen bij veel agrariërs. Met name bij melkveehouders: jouw boerenbedrijf zal maar zes jaar lang op slot zitten!

Alle sectoren zullen moeten bijdragen aan de oplossing. En dus ook de landbouw. De ChristenUnie kan dit alleen aan de landbouw vragen als agrariërs zicht hebben op een goed perspectief voor de toekomst. Dit perspectief ontbreekt. GS, kom met een visie! Kom met perspectief! 

Pels Rijcken concludeert dat SANE 2.0 de goede richting op beweegt, maar nog onvoldoende grond biedt om tot vergunningverlening over te gaan. Met andere woorden: er is nog niet voldoende zicht op zodanig natuurherstel dat vergunningverlening mogelijk wordt en Nederland van het stikstofslot kan.

We zijn er dus nog niet. Mijn fractie had op de top-down aanpak van SANE 1.0 stevige kritiek. Het college lijkt inmiddels te beseffen dat natuurherstel en het lostrekken van vergunningverlening alleen succesvol kan worden sámen met de gebieden. Het college geeft voorrang aan natuurgebieden rond de haven, gebieden waar de KDW-doelen bijna zijn gehaald en aan gebieden waar ‘energie in de gebiedsprocessen zit. Niet meewerken mag uiteindelijk niet worden beloond! Hoe gaat het college gebieden met weinig energie ook verder stimuleren?

De ChristenUnie ziet nog wel stevige knelpunten in SANE 2.0.  Ik loop de zeven belangrijkste punten af.

  1. De gebiedspartners in Nieuwkoop werken samen aan de aanpak van drukfactoren, waaronder stikstof. SANE doorkruist dit proces met een voornemen om een overgangszone van 250 meter voor ammoniak in de omgevingsverordening in te stellen. Tegelijk kost het voorbereiden hiervan twee jaar voorbereidingstijd. Kan het college toezeggen eerst het gebiedsbod te beoordelen en aan PS voor te leggen? Enkel als dit bod niet voldoende is, is wat mijn fractie betreft een overgangszone bespreekbaar.
  2. Het instellen van een overgangszone is een nieuw ruimtelijk instrument. Kan GS toezeggen een externe analyse uit te voeren naar de juridische haalbaarheid van de voorgestelde zoneringsaanpak? En hierbij ook ingaan of de aanpak voor alle sectoren mogelijk is of dat hierin ook onderscheid kan of moet worden gemaakt naar de diverse sectoren en daarbinnen naar diverse type bedrijven. Ook naar type landbouwbedrijven?
  3. De ChristenUnie begrijp de eerste focus op de drukfactor stikstof. Maar wij missen een voorstel voor de aanpak van andere drukfactoren. Ook die aanpak zal nodig zijn voor natuurherstel. Wanneer verwacht het college hiermee te komen?
  4. De ChristenUnie steunt de omslag naar sturen op emissiereductie per bedrijf en per hectare. Een streefwaarde in de omgevingsvisie van 35-45 kg per hectare lijkt een goed begin. Een vaste norm biedt in de toekomst wel meer zekerheid. Hierbij hoort een goede compensatie van bedrijven. Goed dat het college een kwantitatieve analyse naar effecten op boerenbedrijven uitvoert. We moeten een visie hebben voor de toekomst van onze landbouw. Volgende maand gaan we hier gelukkig met elkaar  over spreken.
  5. Een beloningssysteem kan volgens het college op de prototype stoffenbalans worden gebaseerd. Melkveehouders in de pilot krijgen subsidie bij goede prestaties op diverse factoren; waaronder ammoniakreductie. De ChristenUnie vindt deze pilot een positieve ontwikkeling. Tegelijk geeft GS aan dat het onwaarschijnlijk is dat hierop binnen afzienbare tijd juridisch geborgde normering kan worden gebaseerd. Op welke termijn verwacht GS een uitvoerbaar systeem om sturing op emissiereductie te kunnen invoeren? Wat is daarvoor nodig?
  6. De ChristenUnie wacht voorstellen af voor bijstelling van het strategisch grondbeleid. Wat mijn fractie betreft moet het college breed kijken naar aankopen, ruilen, verplaatsing, extensiveren, erfpacht (moties) e.d.. De behoefte van de agrariërs moet daarbij centraal staan. Werkt GS ook aan een regeling voor extensivering op de huidige locatie?
  7. De ChristenUnie heeft bij motie opgeroepen om ook NOx mee te nemen in de aanpak van drukfactoren. Deze motie is verworpen, maar voor rechtvaardig beleid blijft aanpak via alle sectoren voor ons relevant! Mijn fractie is in dat licht heel voorzichtig positief dat uit eerste analyses naar aanleiding van motie 1639 blijkt dat rond wen aantal natuurgebieden er een behoorlijke bijdrage van NOx-emissies uit de eerste kilometer rond het gebied komen. Hiermee komt naast de zoneringsaanpak van de drukfactor ammoniak ook een vergelijkbare aanpak van de drukfactor stikstofoxiden in beeld. GS moet nog veel uitzoeken en valideren, maar dit is wel een klein lichtpuntje voor een meer rechtvaardige aanpak. Wanneer verwacht het college hier de eerste richtinggevende keuzes aan PS te kunnen voorleggen?

Tot slot. De ChristenUnie wil de natuur herstellen en vergunningverlening lostrekken. Alle sectoren zullen hieraan een bijdrage moeten leveren. Ook de landbouw. Maar dit kan alleen met voldoende toekomstperspectief voor agrariërs; en dus ook rechtvaardige compensatie en eerlijke structurele vergoeding van het verzorgen van maatschappelijke diensten.

 

Labels

« terug naar overzicht