Over koopgedrag, leegstand en milieukwesties
De derde achterbanbijeenkomst -woensdag 30 maart- gaf de aanwezige lokale politici diverse aanknopingspunten voor een veranderende detailhandel en kantorenmarkt. Zo’n vijftig raadsleden, wethouders van SGP en ChristenUnie en enkele waterschapbestuurders waren naar het Provinciehuis gekomen. Sommigen waren ook op eerdere achterbanbijeenkomsten, anderen kwamen voor de eerste keer.
In zijn inleiding over de veranderende detailhandel gaf Statenlid Chris Schaapman aan hoe de ontwikkelingen doorgaan. Hij wilde vooral vooruit kijken. “Sterke stad, krachtige (dorps)kern” was zijn motto.
Wat is nodig? Concentratie (ga geen winkelgebieden spreiden), uitnemen (wees positief-kritisch op bestaande samenhang) en heb oog voor transformatie (denk aan nieuwe mogelijkheden in vrijkomende winkelpanden). Op een vraag uit de zaal reageerde Schaapman: "Er is geen pasklare oplossing voor elke situatie. De ene stad is de andere niet, het ene winkelstraatje is het andere niet. Zorg voor maatwerk”. De provincie wil daarbij krachtens provinciaal beleid regulerend zijn.
Binnenkort bespreken de Staten een notitie van Schaapman over deze problematiek.
Henk van Dieren gaf een overzicht van de ontwikkelingen op de kantorenmarkt. Economische ontwikkelingen, flexwerken, thuiswerken en digitalisering zijn een paar belangrijke oorzaken van de toenemende leegstand, in Zuid-Holland rond de 17 procent. Het huidige leegstandsaanbod zet een rem op de planontwikkeling.
Van Dieren pleite ervoor om naar nieuwe mogelijkheden te zoeken. Als voorbeeld noemde hij het tijdelijk gebruik voor een andere bestemming van bedrijventerreinen.
Het plenaire gesprek leverde opvallend veel milieukwesties -en onderlinge herkenning- op: vliegtuigoverlast, de asbestbrand in Wateringen, de PFOA-kwestie in Dordrecht/Sliedrecht. Van een andere orde waren de vragen over de subsidiëring van de veren.
Hier en daar werden door de aanwezigen afspraken gemaakt om ervaringen uit te wisselen en kansen te bespreken.