Het is te ernstig om ludiek over te doen. Een jaar geleden deed ik verslag van mijn bezoek aan de Bollenstreek voor het probleem van de tot 3000 uitgebreide, veel te grote, populatie damherten die vanuit het Amsterdamse waterleidinggebied de bollenvelden ruïneerden. De oorzaak is dat er in het verleden een tiental dieren is uitgezet en de Amsterdamse gemeenteraad in haar wijsheid besloot niet aan populatiebeheer te doen en dus niet op deze dieren gejaagd mocht worden.

Het gaat om dieren die hier niet thuis horen en geen natuurlijke vijanden hebben. Mensen van het platteland kunnen uit ervaring voorspellen wat de gevolgen van een dergelijk beleid kunnen zijn.

Streekbewoners hebben de Statenleden onlangs opnieuw uitgenodigd en we zijn eind november weer naar de regio toegegaan. Naar aanleiding daarvan hebben we het probleem in december opnieuw in Provinciale Staten aan de orde gesteld. Het tijdelijke hekwerk dat gedeeltelijk geplaatst is en het ”calamiteitenafschot” werkt op de korte termijn enigszins. Op de middellange termijn moet er nog steeds (!) een definitiever hekwerk worden aangebracht. Daarnaast wordt zowel door het provinciebestuur van Noord-Holland als van Zuid-Holland richting het Amsterdamse gemeentebestuur de druk verder opgevoerd om aan populatiebeheer (jacht) te gaan doen als definitieve oplossing van het grote probleem in de Bollenstreek. Als dat niet tot resultaat leidt zullen de beide provincies moeten ingrijpen. We houden als staten de vinger aan de pols. 

Henk van Dieren, Statenlid

Dit artikel verschijnt tevens in onze uitgave Vizier van maart 2010