Duurzaamheid
De ChristenUnie wil dat de provincie vol inzet op energiebesparing. De hoeveelheid opgewekte duurzame energie is voorlopig beperkt en een aanzienlijk deel van de energieopwekking gaat daarom gepaard met CO2 uitstoot. Wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken. We willen op termijn niet meer afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen. Investeren in groene duurzame stroomvoorzieningen zoals wind- en zonne-energie is noodzakelijk om klimaatverandering tegen te gaan. Deze energietransitie brengt wel veel investeringskosten met zich mee. Maar af- en uitstel leidt op termijn ook tot kostbare of onherstelbare schade. Een andere reden om te investeren in duurzame energie is dat de invoer van energie uit het buitenland vanuit financiële en geopolitieke overwegingen een steeds knellender afhankelijkheid oplevert. Met name lage inkomens in de sociale woningbouw zijn hiervan de dupe. Vanuit die kwetsbaarheid heeft de provincie de taak om alle inwoners binnen een evenwichtig speelveld te laten deelnemen aan de energietransitie, zodat de economische ongelijkheid niet toeneemt. De provincie zet met beleidskaders en de omgevingsvisie in op een brede mix van mogelijkheden, van wind op land, geothermie (aardwarmte), aquathermie, zonneparken op land die passen in het landschap en hergebruik van restwarmte. Bij geothermie beschermen wij ons grondwater: boringen mogen niet plaatsvinden in drinkwaterbeschermingsgebieden en in gebieden waarin aanvullende strategische grondwatervoorraden liggen. De provincie moet erop toezien dat deze regelgeving wordt nageleefd. Onderzoeken naar en besluitvorming over kernenergie laat de provincie bij het Rijk. Het Rijk is hiervoor het bevoegde gezag.
De provincie neemt regie in de ruimtelijke inpassing van energieopwekking. Wind en zon zijn beide nodig om de opgave te realiseren en daarbij efficiënt gebruik te maken van het netwerk. Met betrekking tot de gezondheidseffecten van windmolens wordt landelijk gewerkt aan nieuwe normen. De provincie houdt de regie over haar eigen ruimte en bekijkt de verschillende ruimtelijke opgaven integraal. De provincie maakt bij haar onderzoeken gebruik van zonneladders en stelt kaders voor het opwekken van windenergie.
Onze keuzes om energie te besparen:
- De beste energie is bespaarde energie. Daarom moet de provincie Zuid-Holland zich aansluiten bij het Nationaal Isolatieprogramma. We beginnen waar de besparing het hardst nodig is, zoals bij de sociale woningbouw.
- Met innovatieve oplossingen kunnen we nog meer besparen. De provincie ondersteunt innovatieve projecten en programma’s.
- De provincie werkt in overleg met gemeenten aan instrumenten om het energiezuiniger maken van gebouwen en woningen te versnellen.
- Warmtevoorziening maakt een belangrijk deel uit van de energietransitie. Slim koppelen van industrie- en woongebieden bevordert het circulair/restgebruik van warmte.
- De provincie ontwikkelt een integrale aanpak van energiebesparing in de industrie door advisering en handhaving. Om de effectiviteit van de inzet te vergroten, ondersteunt de provincie een energieloket en energiecoaches en werkt zij samen met andere partijen om kennisvermeerdering en -deling te bevorderen.
- De provincie komt met een bedrijventerreingerichte aanpak om de coöperatieve instelling te vergroten. Omgevingsdiensten kunnen daarin ondersteunen.
- De provincie zorgt ervoor dat haar fondsen voor energie en innovatie toegankelijk zijn (bijvoorbeeld door een lage rente) zodat projecten gerealiseerd kunnen worden die niet met behulp van commerciële geldverstrekkers van de grond komen.
- De provincie coördineert in samenwerking met gemeenten de ontwikkeling van regionale plannen voor andere energiebronnen dan aardgas voor de verwarming van gebouwen (warmtetransitie).
- De provincie integreert de effecten van uitstoot van broeikasgassen in haar beleid.
- De provincie stimuleert vervoer dat gebruikmaakt van hernieuwbare brandstoffen. De ontwikkeling van waterstof dient daarin een dusdanige toepassing te krijgen dat het rendement daarvan in evenwicht staat met de productie daarvan.
- De provincie geeft zelf het goede voorbeeld in het reduceren van de CO2 uitstoot. Zij blijft inzetten op het klimaatneutraal maken van de provinciale organisatie. Nieuwe provinciale infrastructuur moet klimaatneutraal worden aangelegd.
Onze keuzes voor verduurzaming:
- De provincie zet allereerst in op zonnepanelen op daken van woningen en bedrijven.
- De provincie zet verder in op meervoudig ruimtegebruik. Landbouwgronden worden niet (enkel) ingezet voor het opwekken van zonne-energie als deze geschikt zijn voor het verbouwen van voedsel.
- De provincie ontwikkelt beleid om leegstaande industriegebieden en “pauzelandschappen” te gebruiken voor het opwekken van zonneenergie. Dit kan door voorwaarden te verbinden aan de aanleg van zonneparken waarbij de pauzelandschappen voor bijvoorbeeld 20 jaar in te zetten zijn als zonnepark.
- De provincie voert de regie over een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing van duurzame energieopwekking en stelt daarvoor de kaders. De provincie werkt hierbij samen met gemeenten, maar is bereid voor grote projecten de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke inpassing over te nemen.
- De provincie komt met een plan om netwerkcapaciteit en opslagmogelijkheden te creëren voor energie (niet- fossiele), zodat we deze energie veel efficiënter gaan gebruiken.
- De provincie zorgt ervoor dat risico’s en veiligheidsaspecten van duurzame energieopwekking goed in kaart zijn gebracht en dat risico’s binnen aanvaardbare grenzen blijven.
- De provincie stimuleert dat gronden zoals parkeerterreinen, waterzuiveringsinstallaties en ruimte langs infrastructuur zoveel mogelijk ook gebruikt worden voor het opwekken van zonne-energie. Voor provinciale wegen stellen we als voorwaarde dat geluidsschermen ook functioneren als energieopwekking.
- De provincie stimuleert door haar eigen inkoopbeleid het circulair en CO2-arm produceren.
- De provincie zet bij bestaande bouw in op een ambitieuze warmtetransitie. Regionale warmtenetten worden duurzaam en toekomstbestendig ontwikkeld. De provincie faciliteert met haar ruimtelijke instrumenten de aanleg van het warmetnet van Rotterdam naar Den Haag (Warmtelinq) en de aftakking van Rijswijk naar Leiden (Warmtelinq+) door de Gasunie. De provincie verleent voor de Warmtelinq+ de afgesproken investeringssubsidie.
- De provincie onderzoekt met het Rijk een alternatief gebruik van het bestaande gasnetwerk.